Quattro Expertise werkt nauw volgens de BRL-norm 5024 en 5023. Deze normen gaan over bouwkundige opnames en het meten van trillingen.
Wat zijn de BRL-normen 5024 en 5023?
Quattro Expertise werkt nauw samen met de BRL-normen 5024 en 5023. Deze normen gaan over bouwkundige opnames en het meten van trillingen. Al ons werk voldoet 100% aan deze normen. Dit is belangrijk voor onze klanten in de bouw en infrastructuur, omdat het zorgt voor kwaliteit en veiligheid. Daarom leggen we in onze blog extra uit waarom de BRL-norm 5024 zo belangrijk is en hoe we die toepassen in ons werk.
Bij Quattro Expertise nemen we onze rol in bouwkundige vooropnamen uiterst serieus, in lijn met de BRL 5024 norm. Ons proces begint met een zorgvuldige bepaling van de risicocontour. Dit is een specifiek gemarkeerd gebied rondom een bouwproject waarbinnen potentieel schade of overlast kan voorkomen. Dit bepalen we aan de hand van de aard van de werkzaamheden en de locatie.
Eenmaal de contour vastgesteld is, richten we onze aandacht op de omliggende bouwwerken binnen dit gebied. Ons team legt de huidige bouwkundige staat gedetailleerd vast, waarbij we eventuele bestaande gebreken of kwetsbare punten niet alleen beschrijven maar ook fotografisch documenteren. Deze nauwgezette vooropname zorgt ervoor dat de situatie vóór de start van het project helder is vastgelegd. Het is een essentiële stap om zowel de belangen van onze opdrachtgevers als die van de omgeving te beschermen, door toekomstige discussies over schades te voorkomen.
Waarom is de BRL 5024 steeds vaker een verplichting?
BRL 5024 wordt steeds vaker een must in bouwprojecten, vooral bij klussen waar de grondwaterstand of trillingen voor uitdagingen zorgen. Deze regel helpt enorm bij grote bouwprojecten of werk met veel risico’s, zoals bij het bouwen van bruggen, dammen, of het leggen van pijpleidingen. Het zorgt ervoor dat we vooraf weten waar we aan toe zijn, wat helpt om problemen te voorkomen.
Waarom is BRL 5024 zo belangrijk? Het zorgt dat bouwprojecten beter uitgevoerd worden. Voordat we beginnen, checken we alles goed. Zo weten we precies wat de staat is van de omgeving en kunnen we schade voorkomen. Dat is niet alleen slim, maar bespaart ook een hoop gedoe en kosten als er achteraf schadeclaims komen.
Daarnaast, als er toch schade is, helpt zo’n eerdere check om snel duidelijk te krijgen wat er aan de hand is. Vooral bij projecten met veel verschillende bedrijven die samenwerken, is het handig om te weten wie waarvoor verantwoordelijk is.
Ontwikkelingen van de BRL-norm 5024
De BRL-norm 5024 maakt steeds vaker deel uit van de dagelijkse praktijk in de bouw- en infrastructuurwereld. Deze ontwikkeling wordt aangewakkerd door vernieuwingen binnen het vakgebied, met name door de introductie van geavanceerde tools. Deze tools maken het eenvoudiger dan ooit om omgevingsrisico’s nauwkeurig in te schatten en mogelijke schadebedragen te bepalen. Ze zijn onmisbaar bij het opstellen van een borgingsplan, waarbij specifieke maatregelen worden vastgelegd om risico’s effectief te beheersen.
Een belangrijke stap in het proces is het uitvoeren van een vooropname door een onafhankelijke partij. Dit wordt gezien als een krachtige beheersmaatregel die niet alleen het resterisico verlaagt, maar ook de noodzaak van extern toezicht vermindert. Dit leidt direct tot een significante kostenbesparing.
De komst van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) zet deze trend verder in de schijnwerpers. Deze wetten zullen aannemers meer verantwoordelijk maken voor eventuele schades en gebreken. Dit onderstreept het groeiende belang voor aannemers om nu al te investeren in schade-expertise. Door nu de juiste stappen te zetten, waaronder de integratie van BRL 5024-normen in hun projecten, bereiden aannemers zich voor op een toekomst waarin helder schademanagement en kwaliteitsborging cruciaal zijn.